donderdag 2 december 2021

Ik had een droom, toen ik een jongen was - Herman Leenders

Dankwoord van Herman Leenders bij het ontvangen van de VWS-prijs 2021

Beminde gelovigen
(geloven wij immers niet allemaal in iets of iemand?)

 

Ik had een droom, toen ik een jongen was, vijftig jaar geleden. Ik droomde dat ik de mensen toesprak en dat die mensen luisterden. Ik weet niet waarover ik sprak. Ik weet niet bij welke gelegenheid ik sprak. Sprak ik als meneer pastoor of als mijn nonkel pater? Sprak ik als een schrijver die de Nobelprijs had gewonnen? Ik weet alleen nog: ik had een droom waarin ik de mensen toesprak.

Ik heb al eens eerder een literaire prijs gekregen maar toen heeft men mij niet gezegd: “je krijgt het woord”. Meestal moet je alleen de prijs in ontvangst nemen en glimlachen. Maar vandaag, de zestig voorbij mag ik u toespreken. Waarover zal ik spreken? Waarover had de jongen die ik was, willen spreken? Over onrechtvaardigheid? Onderdrukking? Armoede? Natuurbescherming? Ja de jongen die ik was, was erg onder de indruk van Vlaamse Filmpjes en Historische Verhalen, van Zorro, Winnetou, Robin  Hood, Willem Tell, Tijl Uilenspiegel, Pater Damiaan en Henri Dunant.

Nu ik eindelijk mag spreken weet ik niet wat kiezen omdat er zoveel is dat mij blij maakt en zoveel dat mij zorgen baart. Ik kan, ik mag, ik moet tevreden zijn met mijn bevoorrechte leventje hier op deze plek op dit continent en in de constellatie waarin ik werd geboren maar ik ben tegelijk bezorgd omdat niet iedereen dit kan zeggen. Bovendien ben ik rijkelijk te laat met mijn toespraak die de wereld zal veranderen. Ik had ze veel eerder moeten houden. Mijn toespraak kan dus alleen maar als volgt gaan en ik moet ze richten aan de toekomst, aan mijn kleinkinderen, aan hun neven en nichtjes, aan hun vriendjes en hun leeftijdsgenoten.

sorry dat ik je een wereld laat waarin je kunt verzuipen

sorry dat je erin kunt branden als in de hel

sorry dat je ziek kunt worden van haar lucht en haar water

sorry dat we haar hebben ontbost en geplunderd

sorry dat we zo onrechtvaardig waren, racistisch en hebzuchtig

sorry dat we meer zorgden voor onszelf dan voor de aarde

sorry dat we meer behoeften hadden dan noden

sorry dat onze ogen groter waren dan onze buik

sorry dat we welvaart verkozen boven schoonheid of geluk

sorry voor de pandemieën en conflicten

ik heb het tij niet kunnen keren

in plaats van reddingsboeien te gooien strooi ik met gedichten

doen jullie het beter dan wij?

In plaats van reddingsboeien te gooien strooi ik met gedichten , dat klinkt misschien niet optimistisch op een dag als vandaag, maar toch geloof ik in die gedichten. Literatuur kan dan misschien de klimaatopwarming niet tegenhouden, de vluchtelingenproblematiek niet oplossen en de biodiversiteit niet herstellen, literatuur kan wel zorgen voor een verhaal, want zonder verhaal bestaat er geen betekenis. We leven in het verhaal dat – onder andere, maar niet alleen – door de literatuur wordt geschreven. Bijvoorbeeld, Adriaan Roland Holst gaf de kustlijn van Bergen aan Zee een verhaal, Miriam Van hee de Cevennen, Guido van Heulendonk het Buiten de wereld van Adegem, Claude van den Berge het onherbergzame Groenland, Paul de Wispelaere het paradijselijke Moerhuize, Willy Spillebeen het Westrozebeke van zijn jeugd, Paul Demets het platteland van Olsene, Peter Terrin een beklemmende plattelandsgemeente en ik mijn Blakkeveld, Helle en het stukje land tussen Kruisberg en Zandberg. Zonder verhalen zijn het namen op de landkaart. Een schrijver brengt de muze naar zijn land (‘patria’ zoals Vergilius zegt aan het begin van het derde boek van Georgica) en daarmee bedoelt hij niet zijn ‘vaderland’ maar zijn biotoop. Een verhaal is de ziel die het land tot leven wekt. Zonder de verhalen van andere schrijvers stond ik hier vandaag ook niet. Zonder verhalen is er geen reden om de klimaatverandering tegen te gaan. Zonder verbeelding is er geen motivatie, geen inspiratie om iets te veranderen. Zonder verhaal waren we hier vandaag niet eens samen gekomen. Dus, ja, we hebben absoluut nood aan ingenieurs en dokters maar ook aan verhalen om in te leven. Dat verhaal kan ons leiden. Dat verhaal moet ons ontroeren, zin geven en schoonheid.

De man die ik ben geworden is daarom oprecht blij met de prijs die hem vandaag wordt toegekend omwille van het verhaal dat (de muze die) hij heeft gebracht naar zijn land.

Ik had de prijs graag gegund aan elk van de bestuursleden van de VWS, maar zij worden door hun eigen reglement beschermd tegen al te opvallende ijdelheid. Ik had hem zeer graag gegund aan Paul de Wispelaere of aan Koenraad Goudeseune maar zij zijn overleden. Ik mis hen als ik hun boeken zie staan en ik kan er niet naast kijken. Ik had de prijs graag gegund aan de eerder genoemde Guido van Heulendonk, Miriam Van hee, Paul Demets of Claude van den Berge maar zij zijn geboren én zij wonen - gelukkig voor mij - in ook een mooie, maar een ándere provincie. Ik had hem graag gegund aan een jongere schrijver, een vrouw (of een X) of een West-Vlaming met een andere huidskleur. Maar ik kan gerust zijn, hun tijd komt nog. De Vereniging van West-Vlaamse schrijvers zal, zolang er West-Vlamingen zijn die schrijven, niet ophouden te bestaan. En zelfs al zou West-Vlaanderen onder de waterspiegel verdwijnen, dan nog kan deze vereniging zich terugtrekken op de Kemmelberg (156m hoog). Tussen haakjes: het hoogste punt van Antwerpen is de Hooge Maey (55m), een vuilnisbelt. West-Vlamingen pas op uw ganzen!

Toegegeven, ik zou de prijs zeker moeten gunnen aan Patrick Lateur, Luuk Gruwez, Willy Spillebeen, Hedwig Speliers, Kristien Dieltiens  of Walter Haesaert maar gelukkig voor mij: ze hebben de prijs al gekregen.

Een prijs is een stoffelijke beloning (meestal medailles, bekers, speciën) voor een prestatie bij spel, sport of strijd. Nu ik de prijs heb gekregen, zonder spel, sport of strijd, zou het gepast zijn de prijs te delen met mijn geliefde Marijke en met mijn fantastische zonen maar aangezien het niet om een geldprijs gaat, is dat – gelukkig voor mij – niet mogelijk. Gelukkig voor mij bestaat de prijs uit een kunstwerk uit één stuk van de door mij erg gewaardeerde Renaat Ramon over wiens gedichten ik onlangs naar aanleiding van zijn verzameld werk en zijn 85ste verjaardag heb gezegd: “Zijn gedichten staan net als zijn beelden evenwichtig in het leven, hij componeert ze alsof het beelden zijn. En ze zijn bescheiden als de man zelf: hij zal niet roepen om gehoord te worden, maar wie luistert zal veel horen én veel zien.” Ik voeg er hier vandaag aan toe: hij slaagt erin om ruimte te snijden en daar zal ik nu vele uren naar zitten kijken. Gelukkig voor mij is Renaat Ramon zo bescheiden om de prijs niet aan zichzelf toe te kennen, wat overigens meer dan verdiend zou zijn.

Met andere woorden: het was dit jaar onontkoombaar, het stond – zonder dat ik het zelf wist – in de sterren geschreven. Het zou hoogmoedig zijn niet aan te nemen wat de anderen uit hun mond hebben gespaard. De afschaffing van de eeuwigheid dwingt ook schrijvers tot onmiddellijk succes. Ik verzeker jullie dat ik vereerd ben. Ik besef dat het helemaal niet vanzelfsprekend is om – al is het maar voor even - sant in eigen land te zijn, laat staan in Rome. Er is altijd wel ergens een duiveltje dat wild tekeer gaat in het wijwatervat zoals jullie hebben kunnen horen van de in wezen timide Hendrik Carette in zijn in wezen korte uiteenzetting. Ik zeg dan ook oprecht dank u aan het bestuur van de VWS, aan Koen D’haene de huidige voorzitter en aan Jooris Van Hulle de vorige voorzitter, aan mevrouw de burgemeester, aan de schepenen van Ruiselede en aan hofleverancier en mecenas Chris Maene in wiens kasteel wij te gast zijn voor dit gemaskerd bal met life pianomuziek van Koenraad Verstichel.

Dit beeld van Renaat Ramon zal mij blijvend herinneren aan jullie allen, aan deze dag en deze heuglijke gebeurtenis. En opdat het niet op de bodem van de zee zou liggen, zal ik het met mij meenemen als ik vanop de Zandberg in mijn opblaasboot van Decathlon zal vluchten voor het wassende water naar de Kemmelberg.

© Herman Leenders, Ruiselede, 28 november 2021

Thuissite Herman Leenders
Voorstelling Jaarwerk2021-Uitreiking VWS-prijs aan Herman Leenders

Renaat Ramon onthult samen met Herman Leenders het beeld



Na de 'ontmaskering'-vlnr Koen D'haene - Renaat Ramon en Herman Leenders



"In plaats van reddingsboeien te gooien strooi ik met gedichten"







Geen opmerkingen:

Een reactie posten