Ik lees en ik lees en ik lees…
Bart
Moeyaerts lang verwachte (gedeeltelijke) biografie verscheen in de
prestigieuze reeks privé-domein van de uitgeverij Arbeiderspers. Bart
mag zich met nummer 328 eén van de gerenommeerde auteurs uit binnen- en
buitenland noemen die hem sinds 1966 voorafgingen.
Het uitgangspunt van Een ander leven is een verjaardagscadeau aan zijn 70-jarige moeder: een driedaagse citytrip naar Parijs: ‘ekki weg’ of: ‘er even tussenuit’.
In Parijs polst hij naar hun beider leven:
‘Hoeveel
weet mijn moeder eigenlijk van de volwassen man en schrijver?
En
hoeveel weet ik van het leven van mijn moeder?’ Op de vragen die hij in
Parijs aan zijn moeder niet gesteld heeft, probeert hij in Een ander leven antwoorden te vinden, met de citytrip als leidraad.
De
339 blz. non-fictie vind je in de bibliotheek onder het etiket
biografische literatuur. Het lijvige boek is hoofdzakelijk een
autobiografie, en een gedeeltelijke biografie. De onderverdeling in 5
delen: opmaat, eerste, tweede, derde rust, en slotakkoord zijn een vage
aanduiding over de gemoedtoestand van de auteur bij het langzame
afscheid nemen van zijn verleden na de dood van zijn ouders, en van de
ballast die na jarenlange rouw die uiteindelijk van hem afvalt.
-Een
autobiografie: De zoon Moeyaert herdenkt zijn vroege levensjaren: zijn
kinder- en tienertijd in het ouderlijk huis in de Karel van Manderstraat
in St.- Kruis-Brugge, als jongste van zeven broers, met een strenge
vader en een zorgende moeder. Daarbij en daarnaast komen ook zijn
problematische schooltijd in het Brugs St.-Leocollege, zijn
studententijd in Brussel, zijn verblijf in Parijs, Antwerpen, Amsterdam
… aan bod.
-Een
gedeeltelijke biografie van zijn moeder: daarin probeert hij zicht te
krijgen op haar jonge jaren. Als enige dochter van de huisbewaarster
woonde ze met haar moeder in de ‘sous-sol’ van het kasteel Gruuthuyse in
Oostkamp. In haar huwelijk met onderwijzer, later inspecteur Omer
Moeyaert was ze de volgzame echtgenote, en de zorgende, vaak zorgelijke
moeder voor en over haar zeven zonen.
Talrijke foto’s van zowel moeder als zoon ondersteunen beide verhalen.
Het is gepasseerd
Het andere leven van zijn moeder, Henriette (Riet) Smessaert.
Een ander leven is door de dubbele inkijk ook een dubbel tijdsdocument.
De
jaren dertig komen tot leven in het kasteel Gruuthuyse, dat Bart ter
gelegenheid van een opendeurdag bezoekt. We wandelen dankzij zijn
bijzonder intense mijmeringen in de naglans van de belle époque mee naar
de sous-sol. Daar beeldt hij zich in hoe het vaderloze gezin overleefde
in het kasteel nadat de adellijke familie in 1939 halsoverkop naar
veiliger oorden (Zwitserland) verhuisde. Ik bekijk de intieme film in
zijn hoofd: de poëtische, tedere auteur van zoveel fictieverhalen is
nooit ver weg.
Dit
aangeklede verhaal over zijn moeder schetste hij eerder in zijn
allereerste gepubliceerde kortverhaal ‘De lente van 39’, verschenen in
het ts. Ezeloor. Een nieuwtje voor mij.. Het werd later in het Duits
vertaald als Kellerkatze en in 2007 maakte Bart een er luisterversie
van.
Zijn moeder is karig met het oproepen van ‘dien tied’: ‘t is gepasseerd’…dus moet Bart wel een beroep doen op zijn verbeelding.
Het
‘andere leven’ van zijn moeder krijgt nog meer kleur in de muziek en
de liedjes die de jonge vrouw en moeder meezingt: Nana Mouskouri,
Dalida, Grace Kelly, Juliette Gréco, Marva, Mireille Mathieu…: ‘sterke
vrouwen met volgens haar een groots en meeslepend, maar niet helemaal
gelukkig leven’. Ik neurie glimlachend mee.
Bij de bedenking of zij zich zelf tot de sterke vrouwen rekende, botst Bart op de terugkerende mantra: ‘’t Is gepasseerd’.
Korte
fragmenten uit brieven van zijn moeder, voornamelijk uit de jaren
86-89, enkele van na 2000, leiden de verschillende hoofdstukken, of
passages, in. Ze zijn voornamelijk informatief over het reilen en zeilen
van zijn vader en haarzelf in een leeglopend huis. De eenzaamheid
drukt.
Maar
nog altijd is er dat bezorgde: ‘‘ zeg op tijd tegen jezelf; rustig
jongen’, het verlangen: ‘ we zien mekaar zo weinig/ en we wonen veel te
ver van elkaar’ en de onderhuidse voelbare appreciatie.
Ik lees en ik lees en ik lees, vol bewondering verdwalend in Barts beeldende herinneringen.
Het andere leven van een zoekende jongen en auteur.
Een
tweede tijdsdocument vormt de brede achtergrond van de beginnende
auteur, de coming- of age- en coming-out periode. Een zoekende periode
na zijn debuut als 18-jarige.
Opnieuw
glimlach ik, en samen met mij waarschijnlijk ook veel oudere lezers,
bij de reactie van de timide winnaar van de Kinder- en Jeugdboekenprijs
voor zijn debuut Duet met valse noten (Altiora). Ik
lees en leef mee met zijn morele coming-of-age gevecht (met zijn vader
en met zichzelf), om op eigen benen te staan; over hoe hij zich met Kus me
(1991), zijn vierde boek , onder impuls van Mireille Cottenjé, losmaakt
van het jeugdfonds van uitgeverij Altiora; over het moeilijke afscheid
en van Norbert Vranckx, zijn enthousiaste uitgever van het eerste uur;
over zijn overstap naar de ‘vrijere’ en literaire uitgeverij Querido en
zijn kennismaking met uitgever Jacques Dohmen.
Ik
lees geïnteresseerd over de gesprekken met gekende uitgevers en
auteurs, onder andere Nelleke Berns en haar man Jef, André Sollie en
zijn man Wim, Veronica Hazelhoff, Marit Törnquist, zijn Duitse
vertaalster Mirjam Pressler en noem maar op.
Hun
werk draait in een schilderachtige carrousel voor mijn ogen, net als
de boeken die Bart in zijn kinderjaren koesterde: Pietje Bell, Pietje
Puk, de gebroeders Leeuwenhart, de kinderen van het achtste woud van Els
Pelgrom, de liedjes van Jasperina de Jong…later ook Imme Dros, Wim
Hofman, Judith Herzberg, auteurs van wie hij het ‘precies genoeg’-
schrijven koestert en overneemt.
En
ik herinner me de prijzen die hij in die tijd niet of wel kreeg en zijn
verontwaardiging over de minachting voor de jeugdliteratuur. Ik knik
instemmend.
Alle zitjes van de nostalgische carrousel worden beeldrijk gevuld.
Ik
lees en ik lees het kriskras geschreven verhaal. Chronologie is van
geen belang, het verhaal volgt zijn herinneringen die hij put uit
dagboeken, brieven, krantenknipsels, foto’s en herinneringen. Steeds
getriggerd door het samenzijn met zijn moeder in Parijs.
En
tussen al die herinneringen door stok ik ook vaak halverwege: bij zijn
late coming- out verhaal, en wat daaraan voorafging. De vrienden van
korte tijd,, de vrienden van langere tijd, zijn grote liefdes in Parijs,
in Amsterdam, Antwerpen en in Borgerhout…waar hij zijn tweede rust
vond.
Bart, dacht ik, ben ik nu een voyeur? Wil je ons ook dit in al je eerlijkheid tonen?
Want dat is Een ander leven
ook: een zeer openhartige verhaal van een onzekere jongen, die omwille
van zijn geaardheid dit gevecht met zijn vader en zichzelf moet
aangaan. En dit lang verborgen houdt. Ook al las ik die passages met
een zekere gêne, ze roepen loepscherp de moeilijke zoektocht van de
twijfelende jonge man op. Op die manier kleuren ze op een intieme, maar
openhartige manier het tijdsdocument van de jaren 80 en 90.
Ekki weg ( er even tussenuit)
Ik
ben net als Barts moeder ‘ekki weg’ geweest. Als West-Vlaming,
Bruggeling bovendien, heb ik nog vaker geglimlacht onder meer bij de
West-Vlaamse woorden die hij getrouw uit de mond van zijn moeder
noteert: ‘getjoold’, ‘mo joeng’s toch’ ‘ekki weg’ ‘ in dien tied’, (…).
Met vertaling weliswaar.
Ik las en ik las en ik las. Bart Moeyaert liet me in Een ander leven zien wat hij vaak ongrijpbaar voelt.
De intense zoektocht van zijn vroege leven verwoordt hij ‘precies genoeg’.
En
tenslotte: De derde rust en het slotakkoord: in de lange rouwperiode
na het overlijden van zijn ouders, zet een verrassende point finale: in
een doos die hij post mortem toebedeeld krijgt, vindt Bart Moeyaert de
appreciatie en de trots van zijn vader waar hij jarenlang naar op zoek
was geweest.
Bart,
je openhartige en bijzonder neergeschreven tocht zal me bijblijven. Je
overdonderde me nog maar eens. Dank dat ik even mee mocht.