woensdag 9 augustus 2023

Dag Patricia

Het overlijden van dichteres Patricia Lasoen (1948-2023) brengt het nieuw-realisme van de jaren ’70 weer onder de aandacht. Deze ‘stroming’ in de Vlaamse poëzie verzekerde zich in 1970 van een plaats in de literatuurgeschiedenis, toen Lionel Deflo er een themanummer van Kreatief aan wijdde. Het nummer werd in 1972 ook als boek gepubliceerd (Nieuw-realistische poëzie in Vlaanderen: een dokumentaire bloemlezing) en daarvan werden drie drukken gerealiseerd. 

In het boek antwoordden elf dichters op vijf vragen van de hoofdredacteur. Onder hen ook Patricia Lasoen – zij was overigens de enige vrouw in de mannenclub. ‘Eén van de dichters, het weze dan een dichteres, die door haar eenvoudig taalgebruik en haar fantasierijke kreativiteit zowat het meest aan mijn opvattingen omtrent Zuidnederlands nieuw-realisme beantwoordt, is Patricia Lasoen,’ schreef Lionel Deflo. En ook: ‘Patricia Lasoens poëzie heeft inderdaad iets sprookjesachtigs: het gedicht vertrekt veelal van een zakelijk, anekdotisch gegeven, maar een bevreemdend feit of wonderlijk gebeuren onttrekt het plots aan de realiteit en hult het in een irreële sfeer.’ 

Ook Paul Demets memoreert bij het overlijden van Patricia Lasoen de generatie van de  nieuw-realisten, maar zelf herinnert hij zich haar vooral als dichter van romantische poëzie. 

Ik herinner me, zij het heel vaag, een uitzending van het legendarische radioprogramma ‘Het vermoeden’ van en met Betty Melaerts. Patricia Lasoen was te gast naar aanleiding van het verschijnen van de verzamelbundel Landschap met roze hoed in 1981. Dat vermoed ik toch. Ik was nauwelijks achttien toen en het zal wellicht de eerste keer zijn geweest dat literatuur me aan het radiotoestel kluisterde. 

In 2007 verscheen een verzamelbundel van Lasoens werk, samengesteld en uitvoerig ingeleid door Philip Hoorne (Trouw, rouw en andere feestelijkheden). Hoorne, Deflo en ondertekende: misschien moet de gemeente Wevelgem maar eens aan Patricia Lasoen denken als ze nog eens op zoek is naar meer vrouw op straat. Of naar de naam voor een plein en dan niet tijdelijk voor één maand, maar voor altijd. 

(c) Koen D'haene

    Hun handen ruiken steeds
    naar gist en naar verwelkte kamerplanten,

    de natte stengel van de aster
    in het slijmerige water.
    Ze worden oud.
    Hun nagels groeien hard als kalk
    krom in de richting van hun graf.
    Hun stemmen klinken nog frivool
    bij het doorbladeren van
    oude modemagazines;
    wanneer de radio
    een liedje uit hun meisjesjaren speelt
    neuriën ze soms zachtjes mee. 

    (uit: Het souvenirswinkeltje van Lukas, 1972)

(foto Uitgeverij P)

2 opmerkingen:

  1. Het was erg fijn om zoveel mooie herinneringen aan Patricia te lezen. Ze had zoveel literair talent, maar iets minder voor het leven... Ik bereid haar biografie, 'Okkernoot tussen deurscharnieren' voor, en hoop daar iets heel moois van te maken.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. We zijn heel erg benieuwd naar de biografie, Wout!

      Verwijderen