Dames en heren,
Wie er de laureatenlijst van de de VWS prijs op naleest zal merken dat deze prijs grotendeels als een oeuvreprijs bedoeld is, ook al is het oeuvre nog niet helemaal afgerond en kan er nog veel van verwacht worden. Zo is dit eveneens het geval met de huidige laureaat Bart Vonck.
Zijn oeuvre valt in drie delen uit. Er zijn zijn dichtbundels, de talrijke vertalingen en de essayistiek. De rode draad in deze drie gegevens is de Poëzie die we hier onverholen met een hoofdletter mogen schrijven: het is de P van Passie. Zijn engagement ten aanzien van de Poëzie getuigt van een levensnoodzaak. De loyaliteit ten aanzien van de Poëzie, is quasi compromisloos, zij het op een blijvende kritische manier.
Wat zijn eigen poëzie betreft stellen we vast dat die complex is en dat is nu net de rijkdom ervan. Zijn gedichten zijn tot het compacte verdicht en tegelijkertijd strekt hij alles uit, strekt hij er van alles in en uit zodat een gelaagde, veelhoekige tekst ontstaat die op een open manier te interpreteren valt. Of liever op een open manier ‘te verkennen‘ valt. In een van zijn bundels wordt dit proces kort, bondig en precies als volgt omschreven: ‘krapte die het woord verbreedt’. We hebben te maken met een dwarse schriftuur.
De poëzie van Bart Vonck heeft ongetwijfeld zijn wortels in de werkelijkheid en de verontwaardiging ten aanzien van sommige aspecten van die werkelijkheid. Bart Vonck heeft uitgesproken meningen en neemt een gevechtspositie in tegenover wat hem in die werkelijkheid verontwaardigt. Zijn maatschappelijk engagement ligt voor de hand. Maar het is geen ideologisch gekleurd engagement. Bart Vonck is niet bepaald het type dat met vaandels zwaait of in termen van slogans spreekt. De dichter staat niet in dienst van iemand of ‘iets’. Hij is vooral de poëzie gedienstig. Zijn engagement als dichter, is een engagement in de taal, voor de taal. Een poëtisch engagement, een engagement in het spreken, door en met het spreken. Hij eert het woord, het vrije woord – al is hij zich bewust van de lexicale en ethische beperktheden van het woord. Het vrije woord vergt een kritisch woord. Het vrije woord is het kritische woord. In de keuze van de dichters die hij heeft vertaald vinden we diezelfde lijnen terug.
Het is vooral met zijn vertalingen dat Bart Vonck bekendheid verwief. Het is onmogelijk om er in dit korte tijdbestek een inventarisering van op te maken. Als romanist vertaalde hij poëzie uit het Frans, het Italiaans, het Portugees en uiteraard het Spaans. Hij vertaalde zowel Spaanse als Zuid-Amerikaanse dichters. Ik geef hier enkele hoogtepunten aan.
Uit het Frans vertaalde hij Guy Vaes en Henri Michaux. Uit het Italiaans: Sandro Penna. Hij stelde een driedelige bloemlezing uit hedendaagse Spaanse poëzie samen. Hij zette het werk van de belangrijke Spaanse dichter Antonio Gamoneda in het Nederlands om. Alsook enkel Zuid-Amerikaanse dichters: Cesare Vallejo, Juan Laurentino Ortiz en de onvermijdelijke Pablo Neruda. Bijzondere aandacht verdient toch wel zijn vertaling van het gehele poëtische werk van Federico Garcia Lorca. Een ongeziene krachttoer.
En dan is er zijn essayistiek. Hiermee bedoel ik vooral de inleidingen en nawoorden die bij zijn vertalingen horen. Die zijn verre van oppervlakkig. Ze zijn minutieus en scrupuleus. En dat typeert ten volle Bart Vonck: hij vertaalt vanuit een specifiek inzicht en op basis van wat er over de vertaalde dichter is verschenen. Hij weet die dichters heel goed te situeren: niet alleen literair maar ook de historische en de biografische context. Zoiets wordt eruditie genoemd. Dit komt ten volle tot uiting in het vorig jaar verschenen boek over Lorca: ‘Al die gedaanten van de maan – lezingen van en over Federico García Lorca’. Daarin lezen we naast de vertalingen van een aantal lezingen die Lorca hield, zeer meticuleuze essays over het werk en leven van Lorca. Het verruimt het begrip voor de dichter en het demystifieert een groot deel het werk van Lorca – die inderdaad nog wel eens eenduidig wordt benaderd. Dit boek is zonder meer uniek in de Nederlandstalige literatuur.
Ik eindig met een prachtig citaat uit de inleiding van het boek waarmee we een duidelijke inkijk krijgen in de totaalvisie van Bart Vonck op de Poëzie.
‘Elke lezing (die van de dichter, de vertaler, de lezer) is een verblijf in de tekst en zijn vele kamers, van de nok tot de kelder. Gissingen, overtuigingen, verleidingen worden uitgeschreven en uitgestald. De lezer is aan de wandel en blijft voor de uitstallingen staan. Hij ziet ze van een afstand of hij drukt zijn neus tegen het glas. Hij wil overzicht of nadering. Hij wil landen in de teksten, weer opvliegen met iets wat hij kan koesteren als een sleutel die de deur van het dichterlijke oeuvre openmaakt, wagenwijd of op een kier.’
Ik feliciteer Bart Vonck. En geef hem nu graag het woord.
© Alain Delmotte
Het dankwoord van Bart Vonck verschijnt hier op deze bladzijden morgen woensdag 7/12/2022!
Laudatio voor Bart Vonck door Alain Delmotte |
Met dank voor het online zetten. Zeer interessant om hem nu ook te kunnen lezen!
BeantwoordenVerwijderen