vrijdag 30 december 2022

Willy Spillebeen wordt negentig

De vele gezichten en facetten van Willy Spillebeen
Compilatie 'de Vele Gezichten van WS'-Paul Rigolle

Vandaag wordt Willy Spillebeen, sinds meer dan zestig jaar actief en gewaardeerd als auteur en dichter negentig (90!) jaar. Dat mag, én moet uiteraard uitgebreid gevierd! Vandaag zal dat wellicht nog wat in beperkte en familiale kring gebeuren. Op vrijdag 20 januari 2023 wordt de auteur dan weer met een publieke voorstelling van een nieuwe dichtbundel gefêteerd in Menen waar hij sinds jaar en dag woont. Ook bij de VWS houden we er aan om Willy vandaag de allerbeste gelukwensen aan te bieden.

Willy Spillebeen werd geboren in Westrozebeke op 30/12/1932 en schreef, sinds hij in 1959 (!)  debuteerde met de dichtbundel de Spiraal, tal van beklijvende romans, gedichten en essay’s. Ook tekende hij voor een pak vertalingen met onder meer de poëzie van Neruda en ‘Uilenspiegel’ en ‘Vlaamse legenden’ van Charles De Coster. Spillebeen mag gezien de omvang en de verscheidenheid van zijn werk een auteur met tal van gezichten en facetten genoemd worden. Persoonlijk werden we in onze jeugd erg aangesproken door zijn licht-experimentele roman ‘Steen des Aanstoots – Naar een zevende dag’ uit 1971 waarin hij bewees hoe literatuur in Vlaanderen vooraan de jaren zeventig - een kompleet andere tijd dan we die nu kennen - ook kon zijn.

In 2016 werd hem door de Vereniging van West-Vlaamse schrijvers waarvan ik graag bestuurslid ben de VWS-prijs voor 2016 toegekend. Jooris Van Hulle schreef toen in 'Jaarwerk MMXVI' (het jaarboek voor 2016) in zijn bijdrage "Schrijvend die taal toch verstaan" onder meer:

"De auteur (Willy Spillebeen) laat er geen twijfel over bestaan: 'Een verhaal over feiten is aantrekkelijker dan een feitenrelaas; in een verhaal kan je veel meer kwijt over de innerlijke of uiterlijke drijfveren van mensen; kijken naar de werkelijkheid in een vervormende, verhevigende spiegel is meestal verrassender en boeiender dan ze als grijze werkelijkheid mee te maken. Zou dat boeiende, intrigerende perspectieven openende, vragen stellende niet eigen moeten zijn aan kunst? Eindigen met een vraagteken. Zo hoort het.'

Op vrijdag 20 januari 2023 wordt vanaf 19 u in studio De Steiger in Menen 'Pigment van een bestaan' voorgesteld, een nieuwe dichtbundel van Willy Spillebeen. Het belooft alweer een zeer boeiende voorstelling te worden met medewerking van navolgend literair keurkorps: Jeroen Spillebeen, Micheline Delaere, Jooris van Hulle, Yerna Van den Driessche, Paul Demets, Griet Vanryckegem, Jean-Pierre Rosseel en Jan Van Herreweghe.

De avond is een organisatie van Bibliotheek Menen, Davidsfonds Menen en de Vereniging van West-Vlaamse Schrijvers.


Wikipedia-pagina Willy Spillebeen
Willy Spillebeen - Auteursfiche op Schrijversgewijs
Voorstelling 'Pigment van een bestaan' op 20/1/2023 in Menen

Tekst: Paul Rigolle

Willy Spillebeen in 2012 toen hij in Menen gevierd werd bij zijn tachtigste verjaardag.


woensdag 7 december 2022

Dankwoord Bart Vonck bij het ontvangen van de VWS-Prijs 2022

Dankwoord van Bart Vonck bij het ontvangen van de VWS-prijs 2022
3 december 2022, in de bibliotheek van Oostende

Dames en heren, beste familie, beste vrienden,

Toen ik begin 1996 vanuit Brugge naar Brussel verhuisde, maakte ik een keuze voor diverse talen en voor een ongeveer voltijdse nieuwe arbeid, het vertalen van poëzie. Brussel is één van de meest diverse, kosmopolitische steden ter wereld. Het samenleven van verschillende nationaliteiten is in zekere zin een uitvergroting van de situatie waar de literaire vertaler dagdagelijks voor staat: er wordt gewonnen en verloren maar er komt in elk geval een nieuwe werkelijkheid tot stand die het midden houdt tussen trouw aan de oorsprong en trouw aan de bestemming, trouw aan de brontaal, de taal waaruit men vertaalt, én aan de doeltaal, de taal waarin men vertaalt. Wat zich al sinds mensenheugenis in de cultuur afspeelt (het af en aan van nieuwe invloeden die inwerken op ingesleten patronen), tekent zich voor de vertaler af op elke bladzijde die hij van de ene naar de andere taal moet ‘overzetten’.

Voor mij was Brugge bij manier van spreken de brontaal (waaruit ik steeds opnieuw moet vertrekken) en Brussel de doeltaal (waarin ik even vaak moet aankomen). In de stad die eertijds dankzij de zee een ruime, niet in het minst artistieke uitstraling kreeg, maar uiteindelijk door verzanding zou worden verstild, leerde ik lezen, schrijven, dichten en deelhebben aan een cultuur die zich grotendeels met het verleden had verknoopt. Ik leerde mij bewegen, mede dankzij mijn opvoeding, in een dicht weefsel van kunstige referenties. Ik werd hypergevoelig voor tekens die ingebed lagen in een rijke maar ook ietwat verstarde traditie. Ik wilde in Brussel een wereld ervaren die zich gedurig en dankzij mensen die gekomen en gebleven waren, in een vloeibaar blijvende vorm moest heruitvinden. Ook dat is een realiteit waarmee de vertaler dagdagelijks worstelt.

De dichter die ik ben had in Brugge drie bundels gepubliceerd, waarvan ‘Kennis van de verte’ in 1993 de slotsom bleek. Ik nam de verstilling van mijn geboortestad naar Brussel mee en zweeg gedurende dertien jaar, tot ik in 2006 met een nieuwe bundel, ‘Schaduwwerk’, kwam. Ik vond onderdak bij Uitgeverij P die in meer dan dertig jaar niet alleen een gevarieerd fonds van poëzie is geworden maar ook uitgegroeid is tot een collectie van meer dan honderd tweetalige poëzievertalingen die in het Nederlandse taalgebied geen gelijke heeft. Ik wil uitgever Leo Peeraer hier expliciet voor bedanken. Sinds 2006 heb ik vijf poëziebundels gepubliceerd. Poëzie schrijven en vertalen zijn de twee longen waarmee ik mijn bestaan dooradem.

Groot was mijn verbazing toen ik op maandagavond 7 maart 2022 om 21u49 een mailbericht voor me zag verschijnen van ene mij toen onbekende Koen d’Haene die zich kenbaar maakte als voorzitter van de Vereniging van West-Vlaamse Schrijvers. In dat bericht stond dat mij de jaarlijkse VWS-prijs voor 2022 was toegevallen. Opeens werd ik teruggeroepen naar mijn verleden. Ik moest het Brusselse Zennewater van mij afschudden en een duik nemen in het water van de Brugse reien. Het was alsof een oord van weleer bestaan opeiste in een leven dat zich al meer dan vijfentwintig jaar ergens anders had ontplooid.

Ik begon na te denken over hoe nabij mijn oorsprong nog was. En over hoe ik er na mijn ‘verkassing’ naar Brussel nog mee in voeling was gebleven. Hier past een anekdote die er geen is, een samenloop van omstandigheden die toevallig lijken maar eigenlijk een symbolische betekenis opeisen. We schrijven woensdag 5 juni 2013. Ik heb een afspraak met een Argentijnse schrijver-resident van Russische afkomst met wie het Huis van de Literaturen Passa Porta mij in contact wil brengen. Román Antopolsky is zijn naam. Hij woont in de Verenigde Staten en is een experimenteel dichter-schrijver, een plastisch kunstenaar, een componist en een verwoed lezer van poëzie-in-alle talen. We maken een afspraak, trekken naar een kroeg op de Oude Graanmarkt in hartje Brussel, en beginnen te praten. Er ontstaat een web van gezamenlijke lectuur, poëticale opvattingen en voorkeuren. Er groeit verstandhouding. Opeens valt een mij bekende naam: Guido Gezelle, op zijn Argentijns-Russisch uitgesproken. Of ik die Vlaamse dichter ken, vraagt Antopolsky indringend. En of ik die ken, antwoord ik. Dat hij in mijn streektaal schrijft, dat hij nog steeds en steengoede dichter is, dat ik nog altijd mijn toevlucht tot hem neem, onder meer voor zijn plastisch taalgebruik dat zijn negentiende-eeuwse klamme katholicisme ver overstijgt. Antopolsky is verrukt. Hij vindt Gezelle fantastisch. Ik vraag hem of hij Nederlands kan lezen. Een beetje, hij blijkt van vele talen thuis, maar de muziek van Gezelle is onovertroffen. Of ik hem in een paar gedichten wil rondleiden, vraagt hij mij schuchter.

De volgende dag, aan de eettafel in Antopolsky’s appartement, begin ik aan die niet geheel onmogelijke taak. Ik heb de twee delen van Gezelle’s Verzamelde Poëzie meegebracht, die met die al verschoten maar toch nog op lichtblauw lijkende kleur, en een kleine bandrecorder. We lezen, ik lees voor, hij na, we duiken in de teksten en ik stel hem voor om zijn lievelingsgedichten in te lezen in mijn streektaal. Antopolsky glundert. Ik ook. Eén uur lees ik voor, een uur lang weet ik dat ik in mijn streektaal alle talen kan spreken. Ik had het over een samenloop van omstandigheden. Inderdaad. Ongeveer alles kwam samen. Het Nederlands, het Spaans, het vertalen, de poëzie, Latijns-Amerika, Argentinië en twee dichters-lezers die maar al te graag in literatuur verloren lopen omdat ze alleen zo de weg terugvinden. Op dat moment – en er hebben er zich tot nu toe geen andere meer voorgedaan – wist ik innig dat bron- en doeltaal in poëzie samenvallen. Maar ook dat ze elk autonoom en wenkend een eigen leven kunnen leiden. En dat de dichter die ik sinds mijn Brugse jeugd altijd ben gebleven en de vertaler die ik in Brussel ben geworden daar onverbrekelijk deel van uitmaken.

Bart Vonck
03 XII 2022 

De pagina van de VWS-prijs

dinsdag 6 december 2022

Een sleutel die de deur van het dichterlijke oeuvre openmaakt. Wagenwijd of op een kier!

Hommage-toespraak voor Bart Vonck, laureaat van de VWS-prijs 2022, door Alain Delmotte.

Dames en heren,

Wie er de laureatenlijst van de de VWS prijs op naleest zal merken dat deze prijs grotendeels als een oeuvreprijs bedoeld is, ook al is het oeuvre nog niet helemaal afgerond en kan er nog veel van verwacht worden. Zo is dit eveneens het geval met de huidige laureaat Bart Vonck.

Zijn oeuvre valt in drie delen uit. Er zijn zijn dichtbundels, de talrijke vertalingen en de essayistiek. De rode draad in deze drie gegevens is de Poëzie die we hier onverholen met een hoofdletter mogen schrijven: het is de P van Passie. Zijn engagement ten aanzien van de Poëzie getuigt van een levensnoodzaak. De loyaliteit ten aanzien van de Poëzie, is quasi compromisloos, zij het op een blijvende kritische manier.

Wat zijn eigen poëzie betreft stellen we vast dat die complex is en dat is nu net de rijkdom ervan. Zijn gedichten zijn tot het compacte verdicht en tegelijkertijd strekt hij alles uit, strekt hij er van alles in en uit zodat een gelaagde, veelhoekige tekst ontstaat die op een open manier te interpreteren valt. Of liever op een open manier ‘te verkennen‘ valt. In een van zijn bundels wordt dit proces kort, bondig en precies als volgt omschreven: ‘krapte die het woord verbreedt’. We hebben te maken met een dwarse schriftuur.

De poëzie van Bart Vonck heeft ongetwijfeld zijn wortels in de werkelijkheid en de verontwaardiging ten aanzien van sommige aspecten van die werkelijkheid. Bart Vonck heeft uitgesproken meningen en neemt een gevechtspositie in tegenover wat hem in die werkelijkheid verontwaardigt. Zijn maatschappelijk engagement ligt voor de hand. Maar het is geen ideologisch gekleurd engagement. Bart Vonck is niet bepaald het type dat met vaandels zwaait of in termen van slogans spreekt. De dichter staat niet in dienst van iemand of ‘iets’. Hij is vooral de poëzie gedienstig. Zijn engagement als dichter, is een engagement in de taal, voor de taal. Een poëtisch engagement, een engagement in het spreken, door en met het spreken. Hij eert het woord, het vrije woord – al is hij zich bewust van de lexicale en ethische beperktheden van het woord. Het vrije woord vergt een kritisch woord. Het vrije woord is het kritische woord. In de keuze van de dichters die hij heeft vertaald vinden we diezelfde lijnen terug.

Het is vooral met zijn vertalingen dat Bart Vonck bekendheid verwief. Het is onmogelijk om er in dit korte tijdbestek een inventarisering van op te maken. Als romanist vertaalde hij poëzie uit het Frans, het Italiaans, het Portugees en uiteraard het Spaans. Hij vertaalde zowel Spaanse als Zuid-Amerikaanse dichters. Ik geef hier enkele hoogtepunten aan.

Uit het Frans vertaalde hij Guy Vaes en Henri Michaux. Uit het Italiaans: Sandro Penna. Hij stelde een driedelige bloemlezing uit hedendaagse Spaanse poëzie samen. Hij zette het werk van de belangrijke Spaanse dichter Antonio Gamoneda in het Nederlands om. Alsook enkel Zuid-Amerikaanse dichters: Cesare Vallejo, Juan Laurentino Ortiz en de onvermijdelijke Pablo Neruda. Bijzondere aandacht verdient toch wel zijn vertaling van het gehele poëtische werk van Federico Garcia Lorca. Een ongeziene krachttoer.

En dan is er zijn essayistiek. Hiermee bedoel ik vooral de inleidingen en nawoorden die bij zijn vertalingen horen. Die zijn verre van oppervlakkig. Ze zijn minutieus en scrupuleus. En dat typeert ten volle Bart Vonck: hij vertaalt vanuit een specifiek inzicht en op basis van wat er over de vertaalde dichter is verschenen. Hij weet die dichters heel goed te situeren: niet alleen literair maar ook de historische en de biografische context. Zoiets wordt eruditie genoemd. Dit komt ten volle tot uiting in het vorig jaar verschenen boek over Lorca: ‘Al die gedaanten van de maan – lezingen van en over Federico García Lorca’. Daarin lezen we naast de vertalingen van een aantal lezingen die Lorca hield, zeer meticuleuze essays over het werk en leven van Lorca. Het verruimt het begrip voor de dichter en het demystifieert een groot deel het werk van Lorca – die inderdaad nog wel eens eenduidig wordt benaderd. Dit boek is zonder meer uniek in de Nederlandstalige literatuur.

Ik eindig met een prachtig citaat uit de inleiding van het boek waarmee we een duidelijke inkijk krijgen in de totaalvisie van Bart Vonck op de Poëzie.

‘Elke lezing (die van de dichter, de vertaler, de lezer) is een verblijf in de tekst en zijn vele kamers, van de nok tot de kelder. Gissingen, overtuigingen, verleidingen worden uitgeschreven en uitgestald. De lezer is aan de wandel en blijft voor de uitstallingen staan. Hij ziet ze van een afstand of hij drukt zijn neus tegen het glas. Hij wil overzicht of nadering. Hij wil landen in de teksten, weer opvliegen met iets wat hij kan koesteren als een sleutel die de deur van het dichterlijke oeuvre openmaakt, wagenwijd of op een kier.’

Ik feliciteer Bart Vonck. En geef hem nu graag het woord.

© Alain Delmotte


Het dankwoord van Bart Vonck verschijnt hier op deze bladzijden morgen woensdag 7/12/2022!


Laudatio voor Bart Vonck door Alain Delmotte

Uitreiking VWS-prijs 2022 aan Bart Vonck - enkele foto-impressies.

Zaterdag 3/12/2022 laatst werd in de Oostendse Bib 'Jaarwerk MMXXII', het nieuwe jaarboek van de VWS voorgesteld. Tevens ontving Bart Vonck als onze laureaat voor 2022 de VWS-prijs, een prachtig beeld van Renaat Ramon. Vandaag en morgen worden hier op onze 'Dun lied donkere draad'-bladzijden ook, de bij de uitreiking uitgesproken teksten van Alain Demotte en de laureaat Bart Vonck gepubliceerd. Hieronder een aantal foto-impressies. Héél veel dank ook aan de Oostendse Bib en aan schepen van cultuur Bart Plasschaert voor de ontvangst!


Jet Marchau leidt in.
Koen D'haene schetst de inhoud van het jaarboek.
Alain Delmotte aan het woord.
Dankwoord Bart Vonck.
Onthulling van de prijs met Renaat Ramon.
Schepen van Cultuur Bart Plasschaert besluit.
Renaat Ramon met Johan Debruyne, aandachtig toehoorder.