vrijdag 18 december 2020

Het vaderlandse dichterschap van Els Moors

Els Moors was in de periode 2018-2020 'Dichter des Vaderlands'. Voor 'Jaarwerk MMXX', het jaarboek 2020 van VWS, maakte Alain Delmotte de balans op van de twaalf gedichten die ze in die hoedanigheid schreef en van de manier waarop ze het nationale dichterschap invulling gaf. Zijn conclusie is dat Moors fier mag zijn op wat ze heeft gerealiseerd en hij kijkt nieuwsgierig uit naar nieuw creatief werk. 

'Als we de balans opmaken dan heeft Els Moors alle redenen om fier te zijn op wat ze als Dichter des Vaderlands heeft gerealiseerd. Twaalf gedichten waarvan enkele zeer geslaagd. Ze trad naar buiten en schuwde het publiek niet - wat niet hoeft te betekenen dat ze voor de gemakkelijkste weg koos. Ze verraste, ze stimuleerde, ze nam voorbeeldige iniatieven. Zonder haar ik-gerichtheid en stilistische idiosyncrasie te verliezen koos ze voor thema’s die we niet meteen in haar vorige dichtbundels terugvonden. Haar taalveld heeft ze verruimd. Het is nu uitkijken naar volgend poëtisch werk (waarvan we weten dat Moors daar graag haar tijd voor neemt). We vragen ons af in welke mate deze periode haar weerslag in haar creativiteit zal vinden. Of niet zal vinden.'

vrijdag 11 december 2020

Koenraad Goudeseune is niet meer!

Koenraad Goudeseune, Man van de Westhoek maar vooral van de Wereld, is dood. Nadat bij hem darmkanker werd vastgesteld koos hij geheel vrijwillig om afscheid te nemen van - romanticus als ie
was - dit tranendal. Gisteren al en vandaag worden zijn gedichten door talloos velen gedeeld op de sociale media. Het bewijst dat hij meer betekende dan wat de literaire canon(s) soms wil(len) laten uitschijnen… Jazeker, hij was een moeilijke jongen die in zijn later werk de verbittering om de miskenning de vrije loop liet. Een snuifje kwaadaardige rancune was hem daarbij heel regelmatig niet vreemd. ‘Een woelwater’ zo noemde men hem vaak en gretig. Maar iedereen zal toegeven dat Koenraad Goudeseune kon schrijven en dat de toon van zijn toegankelijke en belijdende gedichten, en van zijn brievenboeken, toch altijd weer uniek te noemen was. Iets wat alleen van waarachtige dichters kan worden gezegd.

Veel mensen schrijven op Facebook en elders herinneringsteksten en plaatsen gedichten van hem.

Pascal Cornet schrijft in zijn “Scherf 93” onder meer:

Koenraad Goudeseune is overleden. Dat feit zal allicht maar weinig mediabelangstelling halen. Maar toch is het een belangrijke gebeurtenis voor al wie deze man de laatste weken heeft leren kennen. En dat waren er nogal wat. Jarenlang zag ik maar een handvol Facebookgebruikers op zijn posts reageren. Nu waren het er opeens vele tientallen. Gelukkig maar, het zal Koenraad Goudeseune deugd hebben gedaan. Want hij verdiende die aandacht. Jammer dat hij er zolang op heeft moeten wachten.

Ook Marc Reugebrink typeert Goudeseune op zijn Facebook-bladzijde erg raak:

Ik heb nooit begrepen waarom hij door de kritiek zo stiefmoederlijk is behandeld, waarom beoordelingscommissies van het Vlaams Fonds zijn werk nooit werkelijk naar waarde hebben geschat. Misschien was het zijn weigering om zich door 'de literatuur' in te laten kapselen. Ik heb wel eens gedacht: had hij in Amsterdam gewoond, had hij zich in de juiste kroegen een stuk in de kraag gedronken — hij zou op zijn minst de status hebben gehad die nu aan een Menno Wigman wordt toegekend. Dat is precies wat hij aanklaagde. Ik hoop desalniettemin dat hij die alsnog krijgt.

En ons aller lieve Tine Moniek plaatst op haar Facebookboek:

Koenraad was de eerste dichter die zich durfde tonen in de rubriek 'Parlandoscoop' waarin ik Vlaamse dichters een plek op YouTube wou bezorgen. Ik voelde me een groentje op bezoek bij een sluwe vos. De opname is erbarmelijk en toch is het nog altijd het enige filmpje dat je ziet als je Koenraad daar zoekt. Maar waarom zou je hem dààr moeten zoeken? Koenraad hoort in elke bibliotheek en in elke serieuze boekhandel. In de loop van al die jaren doofde mijn Parlandokaars. Dat wil niet zeggen dat ik Koenraad niet meer tegenkwam. Behalve op het WWW botste ik op hem op bundelpresentaties, optredens en soms in het nachtleven van Gent en zelfs Menen. Maar altijd zat ik in gedachten wat ongemakkelijk op zijn bed.

En zo kun je vandaag veel her- en gedenkingsberichten lezen.

Op het Literair Magazine ‘Het Moment’ stonden er recent nog enkele (afscheids)gedichten van Koenraad Goudeseune. Daaruit:


IN MEDIA VITAE


Hier vaart iedere dag een boot voorbij met op het dek
een uitgelaten menigte van jonge mensen. Het is zomer,
van ver reeds hoor je dansmuziek, gelach. Het zwelt aan
en nog voor ik de boot kan zien, open ik het venster.

Steeds andere jongelui, maar wat zij doen verandert niet.
Ze wuiven, joelen en heel even sta ik in het middelpunt
als ik hen mijn biertje toon, als ik met hen toost — op wat?
Wat verder maakt de boot een U-bocht en keert terug.

En ik sta daar nog. Wat zich eerder voordeed, gebeurt opnieuw.
Zij die aan stuurboord stonden, staan daar nog en zien mij niet.
Zij die aan bakboord staan, zien me voor het eerst. Ook ik

ben blijven staan waar 'k stond, drie hoog, aan 't open raam.
De boot vaart traag voorbij, de muziek, het gejoel neemt af.
Totdat ik hem niet meer zie, alleen nog hoor, verrassend lang.


© Koenraad Goudeseune


Rip Koenraad! Aan alle vrienden en familie: sterkte!


(Paul Rigolle voor de VWS)


maandag 7 december 2020

De Letterzetter in Kortrijk en De Letterie in Oostende

De onheilsberichten over ontlezing en tanende interesse voor literatuur en schone letteren staan vaak haaks tegenover de hoera-verslaggeving over allerlei mooie initiatieven en projecten rond taal, woorden, boeken en schrijvers. Opvallend hierbij is dat lezen alleen (het openen van een boek, dat vervolgens van de eerste tot de laatste pagina lezen en het ten slotte weer dichtslaan) lang niet altijd meer voldoende is. ‘Leesbeleving’ is het nieuwe toverwoord. Boeken openen deuren naar steeds weer andere boeken, er wordt gekookt, gefietst en gereisd zoals in romans, de schrijver zelf wordt partner in het leesproces (waar hij vroeger zijn boek afleverde en kees klaar was), er wordt samen- en ‘slow’-gelezen en blind gedatet met een boek, leesclubs evolueren naar actieve en interactieve praatgroepen die niet langer stilstaan bij alleen maar een gesprek over plot, thema’s en motieven van de gelezen roman, overal in het straatbeeld verschijnen boekenruilkastjes en boekengeefkasten, schrijvers zijn actief op de sociale media en organiseren mee recreatieve en creatieve leesacties. Je kan het lijstje ongetwijfeld zelf nog lang aanvullen.

De meeste van bovengenoemde acties focussen op een creatieve leeshouding. Door gerichte en leuke acties proberen de leespromotors betere boeken en meer leesplezier aan te reiken. Minder talrijk zijn initiatieven die intens werken rond de link tussen schrijven en lezen. Wie zin in taal heeft en plezier aan boeken beleeft, zal ongetwijfeld ook wel eens zin hebben om zelf te schrijven. Door hen aan te moedigen om zelf de pen in de hand te nemen en hen hierin professionele en deskundige begeleiding te bieden (zowel op het zakelijke als het creatieve vlak), kunnen ze uitgroeien tot regionale woordkunstenaars die dan op hun beurt plezier in lezen en schrijven helpen aanwakkeren. Geen saaie schrijversscholen, maar artistieke en stimulerende labo’s die de grens tussen lezen, laten lezen en zelf  schrijven doen vervagen. Deelnemers maken kennis met het werk van gerenommeerde schrijvers, maar verkennen ook hun eigen schrijftalenten en praten met gelijkgezinden open en bloot over hun schrijfsels die vaak uitgroeien tot gedegen literair werk.

In Kortrijk en Oostende vond Koen D'haene twee in het oog springende literaire projecten. Maak kennis met De Letterie en De Letterzetter in Jaarwerk MMXX.

Lees meer over het Jaarboek 2020 van VWS.