zaterdag 19 augustus 2023

Revolte in het rusthuis

'Niets mis met Suzanne' van Sofie Leyts

Na haar debuut als jeugdboekenauteur in 2018 - zie ook het artikel Boven de radar. Een podium voor West-Vlaamse jeugdauteurs in Jaarwerk MMXXII - en drie spannende jeugdverhalen verder debuteert Sofie Leyts met de lijvige roman Niets mis met Suzanne (Pelckmans 2023, 438 p.).

Leyts laat het woord aan de 85-jarige Suzanne, een gepensioneerde boekhandelaar, nu bewoonster van een residentie voor gepensioneerden. Met enkele medebewoners richt zij het IVV (In Vino Veritas) op, oorspronkelijk als revolte tegen het betuttelende gedrag van animator Kevin. Maar al vlug blijkt ieder van hen een donker stukje verleden mee te dragen.
Mia, een gewezen lerares en altijd verontwaardigd op de barricaden, viseert vooral de gewraakte Kevin zoals ze vroeger pestkoppen op school aanpakte; Rudy verdrinkt zijn verdriet sedert hij zijn vrouw én firma verloor aan een malafide neef; Lizzy breit vergeefs sjaals, mutsen en dekentjes voor het gezin van een dochter die alle contact verbrak en de statige Henri, een gewezen jurist, leeft met een enorm schuldgevoel over die ene zaak die hij verkeerd inschatte.
Zij plannen wraakacties, hilarisch maar gedoemd om te mislukken. Hun acties bezorgen hen, en het verhaal, wel nieuwe contacten en impulsen.
Het koppel Bob, die zijn stem verloor en de dove Paula treden toe tot het IVV. Bob wil wraak op een gevierde operazangeres, die uit jaloezie een fatale aanval op Paula’s gehoor pleegde en haar zo van de troon stootte.
Herman roept de praktische hulp in van Alonso, een ex-gedetineerde, onvoorwaardelijk trouw aan zijn vriend Henri.
Ook Suzannes toegewijde kleinzoon Sky, een knappe en zeer bewuste puber, wordt graag als praktisch lid van de IVV aanvaard.
Een actie in het museum voor schone kunsten levert de IVV de vriendschap van de controversiële kunstenares Paloma Brachioso op. Zij vormt al vlug een koppel met Alonso, en samen nemen ze graag deel aan een volgende (hilarische) wraakactie.
De eigengereide Sonja, of mevrouw Dumoulin zoals ze zich liever laat aanspreken, chanteert de groep én hun medeplichtige verzorgster Tamara in ruil voor een plek in het IVV.
Het verhaal krijgt een duistere wending met de intrede van Pierre die meteen Lizzy inpalmt maar door de anderen, en vooral door Suzanne, argwanend bekeken wordt. Zijn aanblik laat de al af en toe ‘verdwijnende’ Henri, volledig in de duisternis verdwijnen
Het wordt gauw duidelijk dat Pierre een eigen programma heeft. En dit ook uitvoert.

Sofie Leyts laat Suzanne switchen tussen ‘Nu’ en ‘Toen’, in een strijd met beginnende dementie, en dat geeft het boek een extra interessante en gevoelvolle dimensie. In haar versluierend geheugen ziet Suzanne meer en meer haar zo geliefde zus, met wie ze vanwege diens echtgenoot brak. Over hun hechte relatie als kind en over de waarom van de breuk lezen we in korte flashbacks in de tussengevoegde hoofdstukjes: ‘Toen’. De duistere verhalen van de andere IVV’ers hoor je op hun onderonsjes. Ieder verhaal is functioneel voor het verder verloop van de roman.
In Niets mis met Suzanne duurt het even voor je de personages doorgrondt, maar eenmaal je aan hun tafel zit, kijk je met afschuw mee hoe Kevin met zijn ‘uitstapjes’ en bingomiddagen hen als kleuters behandelt. Die cliché-benadering met veel verkleinwoorden en onpersoonlijke aansprekingen is, dacht en hoopte ik, zo langzaamaan al doorprikt, hoewel Sofie Leyts de aanpak in dit verhaal toch hard aan laat komen.

Het verhaal had ook korter gekund, met het schrappen van het soms zinloze gepalaver van de IVV of in het inkorten van een té uitgesponnen actie. ‘In der Beschränkung…”.etc.
Gaandeweg worden draadjes aan elkaar geknoopt, hoewel de lezer al eerder dan de dementerende Suzanne en haar vrienden vermoedde wat er werkelijk speelt. De rol van Kevin lijkt uitgespeeld wanneer het spannend wordt, en dat is jammer. Goed, hij is een animator, geen verzorger, maar het losse draadje van zijn rol zag ik toch nog graag vastgeknoopt. De suggestieve, toch nog spannende apotheose vraagt geen uitleg, en die wil ik ook niet geven.

Wat mij vooral aangrijpt is de inleving van Sofie Leyts in de dementerende Suzanne en de reactie en hulp van haar kleinzoon hierop. En meteen ook het begrip van haar vrienden mede- bewoners. Daarom alleen al (maar ook vanwege sommige hilarische toestanden, de groeiende spanning en de herkenbare boekenliefde van Sofie ), is de vlotte roman van 439 blz. het trotseren van een herfstige zomerzondagmiddag waard!

(c) Jet Marchau


woensdag 9 augustus 2023

Dag Patricia

Het overlijden van dichteres Patricia Lasoen (1948-2023) brengt het nieuw-realisme van de jaren ’70 weer onder de aandacht. Deze ‘stroming’ in de Vlaamse poëzie verzekerde zich in 1970 van een plaats in de literatuurgeschiedenis, toen Lionel Deflo er een themanummer van Kreatief aan wijdde. Het nummer werd in 1972 ook als boek gepubliceerd (Nieuw-realistische poëzie in Vlaanderen: een dokumentaire bloemlezing) en daarvan werden drie drukken gerealiseerd. 

In het boek antwoordden elf dichters op vijf vragen van de hoofdredacteur. Onder hen ook Patricia Lasoen – zij was overigens de enige vrouw in de mannenclub. ‘Eén van de dichters, het weze dan een dichteres, die door haar eenvoudig taalgebruik en haar fantasierijke kreativiteit zowat het meest aan mijn opvattingen omtrent Zuidnederlands nieuw-realisme beantwoordt, is Patricia Lasoen,’ schreef Lionel Deflo. En ook: ‘Patricia Lasoens poëzie heeft inderdaad iets sprookjesachtigs: het gedicht vertrekt veelal van een zakelijk, anekdotisch gegeven, maar een bevreemdend feit of wonderlijk gebeuren onttrekt het plots aan de realiteit en hult het in een irreële sfeer.’ 

Ook Paul Demets memoreert bij het overlijden van Patricia Lasoen de generatie van de  nieuw-realisten, maar zelf herinnert hij zich haar vooral als dichter van romantische poëzie. 

Ik herinner me, zij het heel vaag, een uitzending van het legendarische radioprogramma ‘Het vermoeden’ van en met Betty Melaerts. Patricia Lasoen was te gast naar aanleiding van het verschijnen van de verzamelbundel Landschap met roze hoed in 1981. Dat vermoed ik toch. Ik was nauwelijks achttien toen en het zal wellicht de eerste keer zijn geweest dat literatuur me aan het radiotoestel kluisterde. 

In 2007 verscheen een verzamelbundel van Lasoens werk, samengesteld en uitvoerig ingeleid door Philip Hoorne (Trouw, rouw en andere feestelijkheden). Hoorne, Deflo en ondertekende: misschien moet de gemeente Wevelgem maar eens aan Patricia Lasoen denken als ze nog eens op zoek is naar meer vrouw op straat. Of naar de naam voor een plein en dan niet tijdelijk voor één maand, maar voor altijd. 

(c) Koen D'haene

    Hun handen ruiken steeds
    naar gist en naar verwelkte kamerplanten,

    de natte stengel van de aster
    in het slijmerige water.
    Ze worden oud.
    Hun nagels groeien hard als kalk
    krom in de richting van hun graf.
    Hun stemmen klinken nog frivool
    bij het doorbladeren van
    oude modemagazines;
    wanneer de radio
    een liedje uit hun meisjesjaren speelt
    neuriën ze soms zachtjes mee. 

    (uit: Het souvenirswinkeltje van Lukas, 1972)

(foto Uitgeverij P)