Jet Marchau die in "Ode aan de vrije geest", haar bijdrage aan het jaarboek, op een
Jet Marchau |
Kurt Van Eeghem |
Daarop verduidelijkte Koen d'Haene de werking van de VWS ("Vereniging van West-Vlaamse schrijvers) en nam meteen ook een fikse duik in "Jaarwerk MMXVIII", het nieuwe en alweer vierde jaarboek van de vereniging. Het boek bevat bijdragen over ondermeer Maud Vanhauwaert, Kristien Dieltiens, Fernand Bonneure, Marcel Matthijs, T(h)omas Blondeau, Colard Mansion en Rita Ghesquière.
Voor Kurt Van Eeghem die voor het jaarboek een mooie gastbijdrage over zijn jeugd in Heist-aan-zee leverde, waren de welkomstwoorden van Gijs Degrande het vertrekpunt om op zijn beurt een aantal badinerende gedachten op te hangen aan de culturele en sociale toestand in het Vlaanderen van vandaag. Hij raakte meer dan eens een gevoelige snaar. De zelfvoldaanheid en het dédain waarmee de rijke Vlaming ("met SUV op de oprit") tegenwoordig zijn geschiedenis en de armoede van de vroege jaren 1900 vergeet, noemde hij een typisch "nouveau-riche-attitude". Ook het feit dat de Vlaming tegenwoordig moeiteloos voorbijgaat aan het feit dat wij in oorsprong - zoals het geval in de Groote Oorlog toen wij maar wat graag in Nederland werden opgevangen - allen vluchtelingen zijn, werd door hem badinerend en niet zonder ironie over de hekel gehaald.
Jooris Van Hulle, Renaat Ramon en Kristien Dieltiens |
Tot slot bood het gemeentebestuur van Beernem-Oedelem de aanwezigen in de fonkelnieuwe Beernemse Bib een gezellige receptie aan.
Tijdens de voorstelling van het jaarboek en de prijsuitreiking zorgde Focus-Wtv voor beelden die hieronder bekeken kunnen worden. Waarvoor dank.
"JAARWERK MMXVIII" is een uitgave van Scriptomanen en kan aldaar of op het secretariaaat van de VWS worden verkregen!
De volledige inhoudstafel kan via deze Schaal van Digther-link worden nagekeken.
Zoals eerder gemeld schreef ik zelf voor Jaarwerk MMXVIII met “Wat rest er van de Ruitentikker” een uitvoerige bijdrage over het literaire werk van Oedelemnaar Marcel Matthijs (1899-1964) en wat daar op vandaag nog van mag resten. Het was aangenaam om een paar keer in Oedelem rond te struinen. Ook sprak ik ondermeer met de achterneven van Marcel Matthijs, Edelhart en Koenraad, en grasduinde, zoveel jaren na datum, in het Antwerpse Letterenhuis in leven en werk van de vanwege zijn oorlogssympathieën niet onomstreden Oedelemse auteur.
Verslag: Paul Rigolle
Geen opmerkingen:
Een reactie posten