donderdag 21 november 2024

Een eerbetoon aan een allround auteur

Laudatio van Jet Marchau bij de uitreiking van de VWS-prijs 2024 aan Bart Moeyaert.

Laudatio voor Bart Moeyaert - Jet Marchau - Foto Georges Hoet

Beste vrienden van de VWS en van Bart Moeyaert, beste Bart,

Vandaag vieren wij Bart Moeyaert in zijn geboortestad Brugge. De stad waarin hij in de jaren 60, 70 en de vroege jaren 80 opgroeide als jongste van zeven broers, met een strenge, soms verrassende vader en een zorgende moeder.

De stad waarin hij als zoekende puber fietste tussen zijn huis in St.-Kruis, zijn school langs de Potterierei, de bibliotheek, zijn geliefde boekhandel.

De stad waarin zijn debuut Duet met valse noten (1983) rijpte en waarin we hem via zijn alter ego Mathias Brandt, een anagram van zijn eigen naam, volgden in zijn tweede boek, Terug naar af (1987).

Aarzelend verkende hij toen de tussenwereld tussen autobiografie en fictie. Autofictie die hij later in meerdere verhalen als een groeiende taalvirtuoos zou bespelen. .

19 jaar was Bart Moeyaert, toen hij in 1983 debuteerde met Duet met valse noten. Een verlegen, onzekere tiener, volgens critica Annemie Leysen een ‘wonderboy’ te midden van de gevestigde Vlaamse jeugdschrijvers.  Een verfrissende naam in het Vlaamse literaire landschap dat er tot de jaren 80 nog wat ‘stoffig en oubollig’ bij lag.

Voor zijn debuut ontving hij op 5 mei 1987 zijn allereerste prijs, de prijs van de Vlaamse Kinder- en Jeugdjury voor het boek, de K.J.J, nu de Leesjury.

De jonge jurylezers reageerden verbaasd en enthousiast toen ze hem ook werkelijk ontmoetten:

 Zo’n jonge auteur nog! Natuurlijk begrijpt hij ons!.

 

Duet met valse noten kreeg in 2023, ter gelegenheid van zijn 40-jaar auteurschap, met recht een nieuw leven.

In 2000, na een gestaag groeiend oeuvre, duikt hij in Broere in zijn kindertijd. In de ontwapenende, nuchtere, vaak verwonderde en grappige blik van een zevenjarige is geen plaats voor sentimentaliteit of  rooskleurige nostalgie.. 

23 jaar later, in 2023, verschijnt na een moeilijke periode van rouw over de dood van zijn ouders,  Een ander leven: een dubbelbiografie, met als cliffhanger een citytrip met zijn jarige moeder naar Parijs.

Ze  was ‘ekki weg’.

In een intense openhartige zoektocht naar de kern van hun beider levens laat hij ons in zijn beheerste taal zien wat hij vaak ‘ongrijpbaar’ voelt.

Wij waren ook ‘ekki weg’.

In 40 jaar tijd groeide die verlegen schrijver uit tot een literaire kunstenaar, een verteller, een dichter, performer, lesgever, kortom een allround auteur met internationale naam en faam. Gevierd, vertaald en bekroond in binnen- en buitenland.

Ik doe een greep uit vele: een Boekenleeuw, een Zilveren Griffel, de Vlaamse Cultuurprijs, de Interprovinciale Prijs Letterkunde, de Deutsche Jugendliteraturpreis, de Norske Oversetterpremium.

En als voorlopige hoogtepunt: in 2019 laureaat van de ALMA, de Astrid Lindgren Memorial Award, ook gekend als de Nobelprijs voor Jeugdliteratuur.

Een prijs die hem ongelooflijk emotioneerde, en Bart, ik citeer je even: ‘ omdat daarin letterlijk werd gezegd dat ik net zoals Astrid Lindgren opkom voor de eenling. Iemand die buiten de groep staat, die dat niet zo vreselijk erg vindt, maar die wel zou willen gezien worden. En toen besefte ik: dat heb ik altijd gedaan in mijn boeken."

Hoe waar is dit Bart!

Ik neem je boekjes voor beginnende lezers en ik verwonder me telkens weer. Hoe jij erin slaagt om met zo weinig bewegingsruimte tussen één-twee-of drielettergrepige woorden, afgepaste zinnen, korte scènes toch origineel uit de hoek te komen. Hoe jij, zonder te betuttelen, diep binnendringt in de gevoelens van een kind.

En hoe je hen telkens weer betovert met het ritme van je taal.

Jouw worstelende kinderen, ook opgroeiende tieners, je ‘eenlingen’ worden, net zoals de gepeste Marta in Het beest heet Mona (2001) of Ward in Blote handen (1995)  ‘slimmer dan hun vuist.’

 

Ik glimlach bij herinneringen uit een ver en dichterbij verleden: 

 

Hoe neefje Jonas die  met gekruiste benen dicht bij de CD-player zit, doof voor de drukte van de keuken, zijn rug recht voor de dapperste broer in Luna van de boom (Pantalone 2000).

De begeleidende muziek van Filip Bral klinkt op de achtergrond. In zijn handen ligt het prentenboek met de sprekende illustraties van Gerda Dendooven.

 

En ik, die traag met hem meelip op het ritme van de herhalingen: … ‘Ik sta versteld, ik ben verstomd, ik moet ervan bekomen.’

Zoals mijn kleinkinderen later tientallen keren meelipten met verteller opa.

Ik sta versteld, ik  ben verstomd, ik moet ervan bekomen.

 

Later, bij het lezen en opnieuw lezen van zijn vele verhalen en poëzie, vaak hardop, herken ik Barts  muzikale handelsmerk in vele verhalen:

de sobere, ritmische stijl, geschaafd, woorden gewikt en gewogen en op de juiste plaats, suggestie in beeld en taal. 

En hoe hij ook de taal her-denkt:

 

zij maakte haar rug recht’, ‘en trok haar wangen strak’,  ‘Ulla maakte haar ogen groot en haar lippen dik’, ‘ De kat stond op en maakte haar staart dik.’…:

 

Of hoe hij in enkele woorden het gevoel van vriendschap tussen Ward en Bernie in Blote Handen oproept:

Wij waren één paar schoenen (…) op één schoen liepen we scheef.

 

Nog een herinnering, een van de vele:

 

Mijn zoon Andries met de Schepping (2003) in zijn handen, zijn toen nog kleine kinderen dicht bij hem, volgend op de illustraties van Wolf Erlbruch.

Voor hun ogen komt God tot leven zoals in geen enkele kinderbijbel. 

De filosofie achter Barts woorden is voor de voorlezer, later zouden de kinderen die zelf wel ontdekken. 

 

En dichterbij: ik smelt bij de stem van tienerkleinkind Mirthe door de telefoon, aan wie ik de dichtbundel Gedichten voor gelukkige mensen uitleende:

‘Oma,  hoe mooi is dat! Ik kan niet stoppen met lezen.’

 

Toch nog eentje Bart, ik kan ook niet stoppen met citeren. Pas binnen gekomen:

Mijn verste dochter Eva over het haar toegestuurde Een ander leven.

 

‘Het gaat traag met het boek van Bart Moeyaert over zijn moeder. Ik blijf hangen bij de ene na de andere prachtige zin.’

 

Brugge, Barts eerste thuisstad, verliet hij om zijn weg te zoeken in Brussel, in Antwerpen, in Parijs, in Amsterdam…. Terwijl hij zich op persoonlijk vlak aan het losmaken en outen was, zette hij zich ook meer en meer af tegen het beperkende imago van ‘jeugdschrijver’.

 

Hij aanvaardde theateropdrachten, klom als verteller op het podium met het Nederlands Blazers Ensemble, en merkte dat taal soms muziek is, en andersom.  

 

Op het podium voelde hij hoe een verhaal werkte. Voor klein en voor groot, of voor allebei samen. Verhalen waarin de eenlingen gezien en geliefd worden. Gekleurd met gevoelsherinneringen van hun schepper.

En waardoor jij, Bart, een even grote eenling, gezien wordt.

Een laatste herinnering brengt mij het dichtst bij die eenling, dit jongetje op zoek naar warmte en naar een thuiskomen. 

Op mijn schoot ligt het verhaal Morris (2022), met de prachtige, intieme tekeningen van Sebastiaan Van Doninck. Rond mij kinderen en volwassenen die ademloos naar de warme vertelstem van de nu diep betreurde Martine Tanghe luisteren, begeleid door de muziek van het ensemble Oxalys. De angst, de eenzaamheid, maar ook de moed van het jongetje Morris die door de sneeuw naar Houdini, de weggelopen hond van oma zoekt, hangt als een warm deken over de volle theaterzaal.

Hij hield zijn adem in om beter te kunnen luisteren. Hoorde hij hijgen? Hoorde hij janken?

Hij schrok, omdat zijn longen ineens omhoog sprongen.  Hij snikte een keer- één keer maar. Die snik had hij nog over van afgelopen nacht. Als je stiekem huilt, huil je nooit helemaal uit.’.

 

Het verhaal leidt langzaam naar een happy end, naar warmte, naar een ‘thuiskomen’.

Het sterke verlangen dat Barts verhalen beheerst.

 

Bart, jouw zoektocht naar ‘de macht, de troost van het woord en de kracht van de literatuur,

ik citeer jouw woorden, was voor ons ook een thuiskomen.  

In naam van al je lezers, jong, ouder, oudst: dank je wel,

 

En Bart, wacht eens even. ‘Just is juste’ zei je moeder. Ik hoop dat dit allemaal ‘juste’ was.

 

© Jet Marchau


Noot: een volledige bespreking van het oeuvre van Bart Moeyaert vind je in het vorige jaarboek:

JAARWERK MMXXIII: Jet Marchau, ‘Schrijven is natuurkunde zonder formules: Bart Moeyaert. Impressies van een overdonderde lezer.









Geen opmerkingen:

Een reactie posten