In Kortrijk waar hij sinds jaar en dag woonde en vrijwel
zijn hele beroepsleven werkzaam was als medewerker van de Bib, nam dichter
Christiaan Germonpré dinsdag 13/10/2020 laatst op een waardige en serene manier
afscheid van een rijkgevuld en poëtisch leven.
Christiaan Germonpré debuteerde als dichter in het jaar 1978 met de bundel Voor de losprijs van warmte. Er volgden nog zeven dichtbundels waarvan zijn bundels Tweespraak (1990) en Onsterfelijk blauw (1995) die werden uitgegeven door het Poëziecentrum smaakmakend waren. Met Ik verzend mezelf als een ansichtkaart, uitgegeven door Facet, bracht hij in 1998 een selectie van de gedichten samen die hij schreef voor de jeugd. Daaruit werden er door Gerrit Komrij drie opgenomen in zijn bekende bloemlezing De Nederlandse kinderpoëzie in 1000 en enige gedichten. Ook in Hotel New Flanders staat een gedicht van Christiaan.
Van het jaar 1988 tot 2000 was Christiaan Germonpré redacteur van de bekende VWS-cahiers. Zelf schreef hij zeven van deze essays over de West-Vlaamse literatuur. Met Tussen hemel en aarde publiceerde hij in 1995 een studie over kermissen en circussen in Kortrijk.
Belangrijk waren en zijn ook zijn vertalingen van het poëtisch werk van Hilde Domin en Rita Dove. Hij vertaalde voorts ook een groot aantal gedichten van Duitse auteurs zoals Karl Krolow, Ingeborg Bachmann, en Michael Krüger. Hij leverde tevens een hele resem artikels aan allerhande literaire tijdschriften. Peter Aspeslagh bezorgde voor Arhus en de Roeselaarse Auteurs een uitgebreide bibliografie en Julien Vermeulen schreef in het jaar 2002 een VWS-Cahier dat vakkundig inzoomde op het werk van Christiaan. De literaire productie van Christiaan Germonpré vertraagde toen, al in het jaar 2000, bij hem de meedogenloze ziekte MS werd vastgesteld.
Even werd overwogen om het verzameld werk van hem uit te geven maar dat is er uiteindelijk niet van gekomen. Er schuilt veel stilte en inkeer in zijn poëzie, zonder gebruik van veel grote woorden, iets wat hem zelf in het dagelijks leven ook typeerde. Al kon zijn lach af en toe luid doorheen het huis galmen.
In mijn bibliotheek staan zijn gedichten blijvend (en beklijvend) tussen die van Gerlach en Gezelle. Ik herinner mij in Christiaan graag een man die, ondanks zijn ziekte, moedig als hij was, tot op het laatst gedreven en alert was en een bijzonder goed oog had voor nieuwe poëzie en publicaties. Daarover was het met hem altijd aardig en geregeld fel badineren (en soms ook wat ongegeneerd roddelen). Afspreken op de afrit Zwevegem aan het rondpunt van Cowboy Henk in het Zuiden van Kortrijk, af en toe op zondagmiddag in het Walle van Hugo Claus ‘tartaar van kalfsmuis met verse kikkerhammetjes en Poperingse hopscheuten' savoureren, het bladeren in fotoalbums over New York en Canada en gesprekken over leven en werk en de kat Wilma, het zijn enkele van de vele herinneringen die we blijvend koesteren.
De voltallige vriendenkring en het bestuur van de VWS bieden Chantal, de familie en de vele vrienden haar diepste gevoelens van deelneming aan.
.../...
Verbond
Wat je gade slaat, wordt opgespaard
Winterkou maakt de lorken gedachteloos.
In hun takken het stil gebaar, de afreis
van het roze in uitdeinend grijs.
We staan als bomen naast elkaar geplant,
zonder schaduw, als een eeuwig verbond
in de grootsprakerigheid van het heelal.
We zwijgen, hand in hand.
En hoe het vaderbeeld steeds in mij opduikt:
de harde handdruk, de afgewogen glimlach,
de nooit uitgesproken zinnen. Geluk
werd voorgelogen. Alleen nadrukkelijk gezag
ondermijnde mijn taal. Toch blijf jij
het voegwoord ‘en’ in mijn levensverhaal.
© Christiaan Germonpré
Uit Onsterfelijk blauw, Poëziecentrum, 1995
.../...
Hilde Sabbe die Christiaan in haar Kortrijkse jaren goed gekend heeft schreef op haar Facebookbladzijde een pakkend en typerend herinneringsbericht dat we hier graag met haar toestemming publiceren.
Ik moet een jaar of 24 geweest zijn toen ik hem voor het eerst ontmoette, boven in wat toen nog ‘t Salonske was op de hoek van de Kortrijkse Grote Markt. Ik at er vaak een dagschotel.
Die dag was er geen plaats meer vrij, maar Roland wees naar een tafeltje waar een jonge man met rossig haar en een vriendelijk gezicht alleen zat te eten. Of ik erbij mocht komen zitten? Hij verschoot van kleur, kuchte zenuwachtig maar noodde me toch tot aanschuiven. We deelden het middagmaal hoofdzakelijk in een wat ongemakkelijke stilte, want hij was verlegen als hij je niet kende, en introvert.
Bij een volgende ontmoeting leerde ik dat hij in de bieb werkte, en fraaie, vaak weemoedige gedichten schreef. Er groeide een warme vriendschap tussen ons. Ik hield van zijn beminnelijke zachtmoedigheid, en ik vermoed dat hij mij een soms wat roekeloze spring in ‘t veld vond. Maar elkaar vonden we altijd.
Twintig jaar geleden kreeg hij de vreselijke ziekte MS. Als ik hem in K bezocht - altijd minder dan ik van plan was of wilde- werd ik diep getroffen door de kalme waardigheid waarmee hij zijn lot droeg. Hij ging niet schelden of drinken, werd niet verbitterd, maar onderging het min of meer gelaten. Gelukkig kon hij altijd rekenen op de steun en aanwezigheid van zijn vrouw
die ‘for better and worse’ letterlijk nam. Ze gaf zin aan zijn dagen, hoe lastig ook.
Nu is hij dood. De wereld is weer een beetje killer en schraler geworden.
Dag Christiaan, dankjewel voor alles.
Op zaterdag 24/10/2020 wordt in intieme kring en rekening houdend met beperkende Corona-maatregelen afscheid genomen van Christiaan.
.../...
Extern:
Christiaan Germonpré bij DBNL
Christiaan Germonpré bij Auteurslezingen
Bibliografie van Peter Aspeslagh voor Arhus en de Roeselaarse auteurs (pdf-bestand)
Condoleren kan bij het Rouwcentrum Deseyne en wel via deze link.
Dit bericht verschijnt ook op De Schaal van Digther.
(Paul Rigolle)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten