Jet Marchau over jeugdauteur Jan Simoen.
In Jaarwerk MMXX.
Jan Simoen (1953-2013) heb ik nooit persoonlijk ontmoet. Ik las met plezier zijn ludieke columns over SIGI in het schooltijdschrift ID, recenseerde met gefronste wenkbrauwen zijn eerste fantasieverhalen, viel daarna met bewondering voor de haarfijne inkijk in het leven van Jonas, Michael, Anna, Nathan en Alice, verzonk in zijn allerlaatste roman over zijn wonderjaar in Middelkerke en beleefde de ijswinter van 1963 opnieuw in het postuum uitgegeven prentenboek De bevroren zee.
Simoens jeugd- en adolescentenboeken situeren zich tussen 1993 en 2012. Hij schreef in de tijd waarin auteurs en critici zich over het grensverkeer tussen jeugdliteratuur en volwassenliteratuur bogen. Zonder zelf grote theorieën te verkondigen, gaf hij de pubers leesplezier en dichtte hij spontaan de kloof tussen adolescentenliteratuur en ‘de grote literatuur’.
Zo bezorgde hij in het goede gezelschap van auteurs als Imme Dros, Henri Van Daele, Anne Provoost, Bart Moeyaert, Ted van Lieshout, Edward van de Vendel of Marita De Sterck de jeugdliteratuur vanaf de jaren negentig een volwaardige plaats in de literaire wereld.
Het is maar één van de redenen waarom zijn werk niet op de bibliotheekrekken mag verkommeren.
Maar er is meer. In de zoektocht voor dit artikel leerde ik naast de auteur ook de mens kennen: Jan Simoen, geboren in Oostende in 1953 en gestorven aan kanker in Leuven op 5 januari 2013.
Openhartige interviews, getuigenissen van vrienden en auteurs bevestigden wat Hendrik Simoen over zijn vader schrijft: ‘een levensgenieter, schrijver, leraar, kunstenaar (…)’ (In: Vandaag gaan we iets plezants doen, 2013).
Niet in het minst leerde ik hem en zijn passies kennen in het relaas van zijn ‘kankerverhaal’. Tussen oktober 2010, de aankondiging van zijn ziekte, en december 2012 hield hij, per mail, zijn familie en vrienden nauwgezet van zijn leven als kankerpatiënt op de hoogte. Hoe hij tussen de zware behandelingen door nog voluit leefde, nog columns en verhalen schreef, vertalingen verzorgde, een paar boeken publiceerde en zijn vrienden overstelpte met verwijzingen naar films, naar de cd van de maand, boek van de maand, dvd van de maand.
Zijn brieven werden door zijn vrouw en vrienden postuum gebundeld in Vandaag gaan we iets plezants doen (Querido 2013). Jan Simoen laat zich ook als een sterk geëngageerde man zien. Bewijs is zijn grote inzet voor Kanker4life, het project dat hij begin 2012 in het leven riep. De VRT- documentaire van Chris Michel over de kindergevangenis Kampiringisa (Kampala, Oeganda), zette hem op het spoor van ‘Foodstep’, een kleine organisatie die zich bekommerde om het lot van de gedumpte kinderen. Met zijn schrijftalent zamelde hij via zijn nieuwsbrieven uiteindelijk 14.655 euro in. Phara de Aguirre, die het project in oktober 2013 als meter bezocht, kon in haar reportage Jan postuum gerust stellen: ‘Opdracht volbracht, Jan.’
In 2013 kende de Leuvense Persclub Jan Simoen voor zijn literaire werk en voor het Kanker4Life-project postuum de jaarlijkse Hugo De Keyserprijs toe.
Door zijn brievenverhaal bekeek ik zijn werk nog met intensere aandacht en dook ik opnieuw in zijn columns en romans.
Dit is het begin van het artikel dat Jet Marchau schreef voor Jaarwerk MMXX, het Jaarboek van de VWS-Editie 2020 waarin het volledige artikel kan worden gelezen. Het jaarboek is intussen te verkrijgen via het secretariaat van de VWS met een eenvoudig mailtje naar janbonneure@skynet.be. Kostprijs: 25 euro. De voorstelling van het boek op 15 november 2020 gepaard met de uitreiking van de VWS-prijs aan Hedwig Speliers kan wegens de Corona-maatregelen niet, zoals eerder gepland, doorgaan in de Bib van Oostende. Er wordt voor de voorstelling nog naar een alternatief gezocht.
Extern:
Jaarwerk MMXX, een uitgave van Scriptomanen
VWS-pagina op Facebook
Kanker for Life - Jan Simoen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten